
Toren gebouwd in 1523 |

De markante toren |

Aan de voorzijde |

Nissen en balustrade |

Ingang voor de trap |
De Workumer toren
De eerste bewoning in Workum vond plaats al voor het begin van onze jaartelling op een reeks terpen, waarbij de omgeving van de toren de oudste kern vormde. Geleidelijk is hier een nederzetting gevormd en is vermoedelijk ook de centrale gracht, de Wymerts, gegraven voor de waterbeheersing van het lage land. Maar deze gracht bood ook vele mogelijkheden voor verkeer en handel. De bewoning ging zich dan ook steeds meer richten naar de Wymerts. In de tiende of elfde eeuw is men begonnen met de bouw van het eerste kerkje en een toren. Het moet een hoge toren zijn geweest met een spits, zelfs op de Noordzee - zegt het verhaal - was die toren een baken voor de zeevaarders. In de vijftiende eeuw bloeide de stad en werd de scheepvaart voor Workum steeds belangrijker. Maar dat was ook de roerige tijd van de Schieringers en Vetkopers. In 1514 kwam Workum onder de heerschappij van de Saksen maar werd later veroverd door de Geldersen. Toen verscheen Grote Pier uit Kimswerd op het strijdtoneel. Hij veroverde 22 schepen op de vijandelijke vloot en bracht ze op naar de haven van Workum. En jaar later werd Workum veroverd door Floris van Egmond en moest Grote Pier vluchten. De stad werd plat gebrand en de grote toren naar beneden gehaald. Na 1523 brak voor Workum een rustiger tijd aan, een tijd van vooral scheepsbouw, handel en zeevaart. Workum had een gunstige ligging en kreeg een groot aandeel in de vaart op de Oostzee. Er werd veel geld verdiend en daarom begon men weer met de herbouw van de kerk en de toren.
De huidige toren in Workum is dus vermoedelijk gebouwd rond 1523, maar in ieder geval voor 1545. In dat jaar vervaardigde Jacob van Deventer in opdracht van Karel V de oudste bekende kaart van Friesland. Op deze kaart zijn de dorp- en stadstorens vrij nauwkeurig weergegeven. Op deze kaart staat ook de toren van Workum al getekend. Van de ontstaansgeschiedenis is weinig bekend. Wel weten we dat de toren niet volgens het oorspronkelijke plan is voltooid. Ook was het de bedoeling dat de toren aan de kerk vast gebouwd zou worden.
De toren is bijna geheel gebouwd van baksteen. De gotische baksteenbouw heeft een vrij stug karakter, daarom zijn fijne details niet mogelijk met dit materiaal. De kracht ligt dan ook in de afwisselde vakverdeling. Ook met de toren van Workum is dat het geval.
De toren bestaat als het ware uit twee delen. Het onderste gedeelte is bijna geheel vlak, alleen met aan drie zijden twee vensternissen.
Aan de westzijde, aan de kant van de straat, is een dichtgemetselde ingang met daarboven een fraai venster. Deze ingang was bedoeld als hoofdingang van het kerkgebouw, terwijl de benedenverdieping van de toren als portaal had moeten dienen. In de dichtgemetselde ingang is een bordesachtige verhoging gemaakt.
De muren van dit onderste gedeelte zijn twee meter dik.
Het tweede gedeelte ziet er geheel anders uit. De zware steunberen verdelen de wanden in diepe nissen, terwijl rondom een gemetselde balustrade loopt
De toren wordt afgesloten met een tentdak met leien en daarboven een fraaie koepel. Ondanks dat de toren dus niet volgens oorspronkelijk plan is voltooid, heeft deze een geweldige symbolische betekenis
In de toren hangen twee zware klokken, de “treurer”en de “trooster”en een lichtere klok de “juicher”. In 1979 heeft de Vereniging Plaatselijk Belang tijdens haar 75 jaar jubileumfeest de stad Workum een carillon aangeboden dat nu dagelijks haar vrolijke klanken vanuit het koepeltje over de stad laat klinken.
Thijs Vries
Bronvermelding: De Sted Warkum, A.J Osinga 1967
Schrijver: Mr. B. van Haersma Buma
 |