De Alde Dyk
Vandaag begint onze tocht weer bij de haven van Workum. Hier gaan we links af naar de Alde Dyk. Deze dijk, die een sterke kromming landinwaarts maakt is de oude zeedijk tussen Workum en Hindeloopen. Samen met de andere oude dijken vormt deze zeedijk een restant van het verleden die getuigt van de eeuwenlange strijd tegen het water. Dit gevecht tegen hun grootste vijand, het water, ging bij de Friezen overigens niet altijd van harte.
.
Omstreeks het jaar 1000 ging men er toe over rond de terpen en nederzettingen kleine dijken aan te leggen. Door veel onenigheid tussen de plaatsen onderling over de financiële consequenties van een grote gemeenschappelijke dijk, was de bescherming van de eigen plaats gemakkelijker en goedkoper.
Het ontbreken van een goed geregelde dijkenbouw bleek rampzalig bij steeds weer toeslaande stormvloeden. Zo ook de Allerheiligen Vloed die in 1570 bijna geheel West Friesland onder water zette.
Deze rampzalige overstroming vormde voor de Spaanse stadhouder van de noordelijke provincies, Casper de Robles, tot zeer streng optreden tegen iedereen die niet voldoende aan de dijken wilde meewerken. Deze Casper de Robles regeerde maar drie jaar in Friesland (1574-1577) maar is hier van grote invloed geweest voor de bedijking. Daarom is er bij Harlingen een gedenksteen ter ere van hem geplaatst. Deze werd bekroond met een Januskop, die zowel noord als zuidwaarts kijkt. Al spoedig kreeg het monument de naam “De Stenen Man”. Bij gebrek aan onderhoud verdween dit standbeeld in 1700. Later in 1774 heeft de toenmalige dijkgraaf op eigen kosten de nieuwe, huidige zuil, geplaatst.
Doordat ook de Alde Dyk bij Workum bezweken was onder het geweld van deze overstroming werd besloten tot het aan leggen van een nieuwe dijk. Deze dijk werd in 1624 naar het westen verschoven, zodat er een nieuwe polder ontstond, genaamd “Het Workumer Nieuwland”.
Nadat in de 16de en 17de eeuw vele verbeteringen en vernieuwingen aan het oude dijken waren aan gebracht, dacht iedereen dat de oude binnendijken niet meer nodig waren. De buitenkant van de dijk werd in die tijd nog door houten palen beschermd. In de jaren dertig van de 18de eeuw werden deze palen het doelwit van de paalworm. Deze wormen holden de palen van binnen uit, zodat deze bij een stevige storm afknapten. In 1825 teisterde weer een nieuwe stormvloed Friesland.
In deze zware Februaristorm bezweek de nieuwe zeedijk tussen Workum en Hindeloopen. Bij deze dijkdoorbraak gingen bijna alle boerderijen in het Workumer Nieuwland verloren. Eén boerderij wist deze storm echter te trotseren en staat er nog steeds. Het is de enige kop-hals-rompboerderij in het Workumer Nieuwland . De overige boerderijen zijn allemaal stelpboerderijen.
In deze zware storm bezweek niet alleen de nieuwe dijk maar werd er ook een goot gat in de Oude Dijk geslagen. Door het kolkende water ontstond er een diep gat achter de dijk en werd het achterliggende land door het water weggespoeld. Waar de dijk na de spoorwegovergang een sterke kromming maakt ziet u aan de linkerkant een meertje dat herinnert aan deze zware overstroming. Het wordt nog altijd het “Djippe Gat” genoemd.
Aan het eind van de Alde Dyk gaat u onder de provinciale weg door en gaat daarna rechts af langs de Lange Leane terug naar de stad Workum. Bij de Nijlannermolen komt u langs de “nieuwe zeedijk” tussen Workum en Hindeloopen.
Thijs de Vries
 |